Opportunistisch realisme

Opportunisme wordt wel eens geassocieerd met gebakken lucht, met net iets te veel poeha. Een negatieve associatie.
Daar gaan we het natuurlijk niet over hebben, want opportunisme heeft nog een sterkere positieve associatie. Van kansen creëren, van ideeën lanceren, van half volle glazen.
Voor de criticaster, die zichzelf graag realist noemt, zitten er diverse haken en ogen aan opportunisme. De nuance ontbreekt, en er kunnen veel mitsen en maren aan toegevoegd worden.
Voor de opportunist is opportunisme ook een vorm van realisme. In mogelijkheden denken is net zo veel realiteit als belemmeringen en valkuilen aankaarten.

Associaties
Ik mag sinds kort bijdragen aan de geweldig complexe operatie die Openbaar Vervoer heet. Vanuit Bauhaus helpen we Prorail (o.a. met een kennis management systeem) en ik werk bij de NS als interim manager van een team dat de internet sites, het CRM systeem, de OV-chipkaart transactieverwerking en diverse systemen voor de veiligheid van stations en reizigers beheert. Een hartstikke leuk applicatielandschap dat midden in de samenleving staat. Bij elke check-in (één piepje) en check-out (twee piepjes) met mijn OV-chipkaart denk ik, daar gaat weer een transactie door die systemen heen.
Nu heeft iedereen wel een eerste associatie bij de NS, er reizen immers dagelijks meer dan een miljoen reizigers met de trein. Bij mijzelf is die associatie positief, lekker op het fietsje naar het station, kwartiertje met de trein, meestal kan ik zitten, stukje lopen en dan een eerste dubbele espresso op het werk, zonder file, zonder parkeergeneuzel; erg relaxed. Onze kinderen klagen echter steen en been over vertragingen, uitval en vervangende bus-reizen…
Beide beelden zijn realiteit.
Als je nu als werknemer van de NS bij je familie, op de sportclub of in de kroeg aangesproken wordt met de vraag “Hoe gaat het bij de NS?”, dan kan je dat gesprek twee kanten opsturen. Je kunt gaan gallen over je bedrijf, over de dienstverlening en wat er allemaal nog meer niet deugt, en zult daar ongetwijfeld medestanders vinden die gaan meegallen. Je kunt ook de setting wat opportunistischer maken: “Het gaat goed man. De treinen rijden op tijd. De klanten zijn nog nooit zo tevreden geweest. En we gaan voor miljarden euro’s investeren in nieuwe moderne intercity’s. Uiteraard valt er nog wel een en ander te verbeteren, en daar werken we hard aan”. De tweede insteek levert waarschijnlijk een veel positiever gesprek op over jouw bedrijf.

Dit voorbeeld kan iedereen wel doortrekken naar een eigen bedrijf of werkomgeving waarbij er nog één belangrijke toevoeging hoort: het moet wel echt en waar zijn wat je vertelt. Het is prima om gebruik te maken van alternatieve feiten, het is echter de hond in de pot om met ‘bullshit facts’ op de proppen te komen. Dus ook geen feiten verdraaien en ook geen knollen voor citroenen verkopen. Eerlijk blijven, en daarnaast vooral ook positief blijven.

Dus denk eens na over de vraag “Hoe gaat het bij jou op het werk?”, en maak dan een antwoord op in opportunistisch realisme.

Leave a comment